• Nicolas Theunis
Knokke-Heist

Beau De l’air

Assistentiewoningen hebben al te dikwijls één zaak gemeenschappelijk: het zit organisatorisch allemaal piekfijn in elkaar, maar echt architecturaal hoogstaand kan je het eindresultaat vaak niet noemen. Deze beschrijving gaat alleszins niet op voor het project Beau De L’air in Knokke-Heist, waar het eindresultaat – dat inmiddels volledig verkocht en afgewerkt is – top is op alle vlakken. In Knokke-Heist werden 55 eenheden verdeeld over twee gebouwen, met daartussenin een ruime binnentuin. Het ontwerp was van de hand van B2AI, hoofdaannemer Wyckaert bouwonderneming zorgde voor een piekfijne uitvoering.

Stijlvolle en luxueus afgewerkte assistentiewoningen gaan naadloos op in kustlandschap

Het project Beau De l’air presenteert op een boogscheut van het strand niets dan erkende assistentiewoningen, verdeeld over vier bovengrondse bouwlagen en één ondergrondse. Het geheel omvat bovendien 19 ondergrondse parkeerplaatsen en voldoet uiteraard aan het Woonzorgdecreet. Zo maakt Beau De l’air het mogelijk dat 65-plussers zelfstandig en veilig blijven wonen in een woonomgeving die is aangepast is aan de noden van deze leeftijdsgroepen.

6000 m2 bruto vloeroppervlakte

“Als projectontwikkelaar zijn wij gespecialiseerd in gemengde, complexe projecten. Het gaat bij ons om een combinatie van residentieel en commercieel vastgoed en zowel speculatieve ontwikkelingen, Publiek-Private-Samenwerkingen als projecten op maat van de klant, en dit in geheel België”, legt Cédric Olivier van ION uit Waregem, dat de drijvende kracht achter Beau De l’air is. “Bij onze projecten ligt de nadruk telkens op kwalitatief hoogstaande architectuur, in combinatie met duurzaamheid van het ontwerp. Uiteraard is dat ook hier weer het geval.”

“Concreet wilden wij op een grondoppervlakte van 2314 m2 een bruto-vloeroppervlakte van ruim 6000 m2 creëren, waarbij de bewoners volop kunnen genieten van hun vrijheid, de nodige luxe en alle mogelijke hedendaags comfort. Meer nog dan dat, was het net als bij onze andere projecten van cruciaal belang dat dit in de best mogelijke omgeving gebeurt. Voor het scheppen van het juiste kader, klopten we daarom aan bij een architectenkantoor dat zijn sporen in het verleden al meer dan verdiende: B2Ai, dat zijn hoofdkwartier heeft in Roeselare.

Nicolas Theunis

Het concept, dat staat voor een investeringsbedrag van ruim 20 mio euro, werd in gang gezet door B2Ai, maar werd afgewerkt door ingenieur-architect Dennis Delvael uit Kortrijk, die daarvoor al meerdere keren bij opdrachten werd betrokken. Hij hielp mee bij het uittekenen van een eindresultaat waarin grote glaspartijen en dus licht, open ruimte en maximaal comfort centraal staan. Dat wordt binnenin weerspiegeld in de diverse woon- en gezamenlijke ruimtes, waar het gebruik van hoogwaardige materialen zoals, bijvoorbeeld, parketvloeren een hoofdrol speelt.

Nicolas Theunis

“De sfeer van een geheel wordt bepaald door het uitzicht van je gebouw en dat mag bij assistentiewoningen niet anders zijn. Daarom dat wij bij de opbouw van de residentie ervoor kozen om aan te sluiten bij die zo typische Knokse architectuur, waarbij de materialisatie van de gevels in het verlengde daarvan ligt”, verduidelijkt de ingenieur-architect. “Bij dit senior housing-project viel de gezamenlijke keuze met de bouwheer op een nieuw soort witte baksteen, waarbij witte voegen gecombineerd werden met duurzaam behandeld houten latwerk. Dit latwerk laten we natuurlijk vergrijzen en combineren we met antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk.”

“De gelijkvloerse sokkel van het gebouw werkten we op zijn beurt dan weer af met een stijlvolle
en unieke natuursteen. Tot slot werd voor de dakafwerking gekozen voor kenmerkende oranje rode tegelpannen en verborgen goten. Om een lang verhaal kort te maken: we stelden alles in het werk om de residentiële uitstraling van het gebouw zoveel mogelijk uit te dragen naar de omgeving.”

Binnenkoer op -1 fungeert als scharnierpunt

Bekijken we Beau De l’air van naderbij, dan moeten we de bespreking ervan vreemd genoeg beginnen bij … de kelder. Het volledige projectgebied is immers onderkelderd en de ruimtes die zich onder het maaiveld bevinden, spelen elk een belangrijke rol in het geheel.
“De kelderruimtes herbergen inderdaad een deel van de assistentiewoningen van het achterste bouwblok”, verduidelijkt de architect. “Meer nog: verder bevinden er zich niet enkel de via een autolift bereikbare ondergrondse parking, maar brachten we hier ook technische lokalen onder, in combinatie met gemeenschappelijke ruimtes. Deze omvatten een restaurant, een lounge, een kapsalon, een bar en een wellness-ruimte met buitengebied en ruim terras.”

De centrale blikvanger op de verdieping -1 is een grote binnenkoer, die je zowat het scharnierpunt van het hele project kunt noemen.

Nicolas Theunis

“De eerste functie van deze buitenruimte is het binnenbrengen van daglicht in de ondergrondse verblijfsruimtes. De binnentuin is bijgevolg dominant aanwezig als je de dubbelhoge loungeruimte vanaf het gelijkvloers binnenkomt. Een tweede functie is dat deze plaats er ook moet voor zorgen dat de bewoners vergeten dat ze zich in de kelder van een gebouw bevinden en dat ze volop de tijd nemen om zich te ontspannen. Om de nodige rust te garanderen, voorzagen we daarom onder meer een grote vijver als blikvanger van het terras.”

“Interessant om in dit verband te vermelden is dat dit terras op de ondergrondse verdieping niet los staat op zichzelf. Het staat integendeel in directe verbinding met de centrale binnentuin tussen de beide bouwvolumes. Deze daktuin, die baadt in de zon, straalt eenvoud, rust en klasse uit en is eveneens integraal toegankelijk voor alle bewoners.”

Kelderuitvoering complex gegeven

Dennis Delvael wijst tot slot nog op een ander belangrijk gegeven: het zo perfect mogelijk laten aansluiten van het geheel bij de omgeving zorgde ervoor dat de uitvoering van de kelder een complex gegeven werd.“De omliggende bebouwing, de aangrenzende tramsporen en de verschillende afwerkingshoogtes maakten dit inderdaad bijzonder ingewikkeld. Daarom kozen we in onderling overleg voor een combinatie van beschoeiing met Berlinerwand, een secanspalenwand en een gedeeltelijke uitgraving in talud.”

“Deze kelder bevat twee centrale stookplaatsen, één voor elk bouwblok. Deze collectieve warmteopwekking bleek na technische analyse de meest duurzame oplossing voor een project als dit. Door de splitsing van de stookplaatsen kon de lengte van de collectorleidingen tot een minimum beperkt worden, wat een positieve invloed had op het energieprestatieniveau.”